Mijn autismepuzzel
Mijn routine en ik ben niet flexibel!
Het is maandagmiddag en ik ben aan het schoonmaken. Hup, ik sta op en begin aan mijn schoonmaakroutine. Ik pak een emmer en doe er een scheut schoonmaakmiddel in. Daarna vul ik de emmer met heet water. Als laatste zet ik de stofzuiger alvast klaar in de gang. Elke maandagmiddag loop ik hetzelfde rondje door de woonkamer, gewapend met mijn schoonmaakdoek en emmer vol sop. Eerst neem ik de salontafel af, dan de televisiekast, dan mijn bureautje in de hoek van de kamer en daarna haal ik een doek over de bijzettafel die naast de bank staat. Als laatste neem ik de vensterbanken af en ga ik stofzuigen. Het is een vast ritueel en zoals het in mijn hoofd zit, moet het gebeuren. Ik heb het mij nou eenmaal zo aangeleerd.
Impulsieve ideeën
"Laten we een dagje naar de dierentuin gaan dit weekend!", zegt mijn vriend uit het niets. Ieder ander zou misschien denken: ja leuk, laten we dat gaan regelen. Ik heb er zin in! Mijn reactie is compleet het tegenovergestelde. Ik raak in de stress. Ik weet niet wat ik moet antwoorden en er razen allerlei vragen door mijn hoofd. Er beginnen zweetdruppeltjes op mijn voorhoofd te ontstaan. Uiteindelijk is het enige wat ik kan uitbrengen: "Ja, leuk!" En ik ga snel verder met schoonmaken, want daar was ik mee bezig.
Chaos en paniek
Mijn dag is gevuld met routines en ik houd mij star vast aan gewoontes die ik mij heb aangewend. En dan BAM! Daar komt mijn vriend met het leuke idee om naar de dierentuin te gaan dit weekend. Ten eerste onderbreekt dat mijn schoonmaakritueel en dat maakt mij in de war. Omschakelen is namelijk niet mijn sterkste kant. Ten tweede breekt er paniek uit, omdat ik totaal niet voor ogen heb hoe we in hemelsnaam een dagje naar de dierentuin moeten plannen. Het idee is leuk, maar ik weet totaal niet waar ik aan toe ben.
Puzzeltijd
In mijn brein kan je elke nieuwe situatie zien als een puzzel die gelegd moet worden. Een puzzel bestaat uit verschillende stukjes. In het brein staat elk puzzelstukje gelijk aan een uniek, nieuw stukje informatie. Om overzicht te krijgen in een situatie, moet de puzzel compleet zijn. Als er stukjes missen in de puzzel, dan heb ik geen idee waar ik aan toe ben en raak ik ontregeld. Op het moment dat mijn vriend voorstelt om er een leuk dagje op uit te gaan, dan mis ik heel veel stukjes informatie. Want: 1. Waar gaan we dan precies heen? 2. Hoe gaan we ernaar toe? 3. Wat gaan we er ongeveer doen? 4. Met wie gaan we eigenlijk allemaal naar die dierentuin? En 5. welke dag van het weekend gaan we ernaar toe? Allemaal puzzelstukjes die missen in mijn puzzel. En ik vind puzzelen al zo lastig...
De puzzel afmaken
De vijf hierboven genoemde vragen, vormen voor mij altijd de basis van de informatie die ik nodig heb in een nieuwe situatie. Als ik over deze informatie beschik, dan kan ik mijn puzzel leggen en dus overzicht krijgen. Zonder die stukjes informatie ontstaat er onzekerheid en deze levert mij veel stress op. Om die stress te kunnen voorkomen, is het dus handig om mij een zo compleet mogelijk beeld te schetsen van wat mij te wachten staat. Die informatie kan je geven, door deze vijf vragen te beantwoorden: Waar? Hoe? Wat? Wie? Wanneer? Het zijn vijf simpele informatiestukjes, die mij helpen om mijn 'informatiepuzzel' compleet te krijgen.
Deze vragen horen bij een nieuwe methodiek, ontwikkeld door Colette de Bruin, die al mijn vragen rondom mijn autisme beantwoorden. Ken jij iemand in jouw omgeving met een autismespectrumstoornis? Dan kan het erg helpend zijn 'mee te puzzelen' door duidelijk te verwoorden wat er verwacht wordt. Het beantwoorden van 'de vijf' kan hierbij goed helpen! Mijn eigen ervaring is dat dit mij helpt om overzicht te krijgen in nieuwe situaties en daardoor ervaar ik minder stress in mijn leven.
