Openheid over eetstoornissen
World Eating Disorder Action Day
Praten over eetstoornissen is ontzettend belangrijk. Nog steeds heerst er een taboe op het hebben van eetproblemen. Gisteren was het World Eating Disorder Action Day en nu kom ik naar buiten met mijn persoonlijke verhaal over mijn eetstoornis. Ik lijd aan boulimia en eten is voor mij elke dag een strijd. Mijn relatie tot eten is nogal verknipt en ik wil jullie graag meenemen in mijn leven met het hebben van een eetstoornis.
Fase 1 van mijn eetstoornis

Deze ontstond rond mijn 17de. Ik had last van psychische problemen, die waren ontstaan door een verleden met pesten en seksueel misbruik. In deze periode liet ook mijn lichaam mij in de steek, omdat ik een hernia had en daardoor veel pijn ervaarde. Als gevolg van mijn afwezigheid door de fysieke pijn, werd mijn studie afgebroken. Ten slotte lieten mijn vrienden, door het ontstaan van deze obstakels in mijn leven, het ook van zich afweten. En daar zat ik thuis, als zeventienjarig meisje. Het voelde alsof mijn leven uit mijn handen was geglipt. Om een gevoel van controle te ervaren, focuste ik mij volledig op voeding en beweging. Ik begon boekjes bij te houden waarin ik opschreef wát ik at en dronk en hoeveel calorieën het bevatte. Ook schreef ik op hoeveel ik op een dag had bewogen en hoeveel calorieën ik hiermee had verbrand. Ik begon steeds meer voeding uit mijn schema te schrappen, in de hoop wat sneller te kunnen afvallen. Weken en maanden verstreken en mijn obsessie met eten bleef maar groeien. Elke dag werd een wedstrijd in mijn hoofd, om te kijken hoe weinig ik zou kunnen eten. Elke nieuwe dag wilde ik minder calorieën tot mij nemen dan de dag ervoor. Het gaf mij een intens gevoel van controle en dat zorgde ervoor dat mijn psychische problemen naar de achtergrond verdwenen. Al snel moest ik ook veel van mijzelf bewegen. Ik wandelde zowel 's ochtends als 's middags en in de avond moest ik ook nog van mijzelf gaan hardlopen. In deze fase van mijn eetgestoorde gedrag bereikte ik mijn laagste gewicht en mijn 'eetgestoorde stemmetje' had de regie over mijn leven afgepakt. Het was een hele harde, strenge en verwijtende stem die kritiek had op hoeveel ik bewoog en over hoeveel ik at. Elke dag was een grote strijd tegen de weegschaal.
Fase 2 van mijn eetstoornis
In de tweede fase van mijn eetgestoorde gedrag, kwam ik juist veel kilo's aan. Na een paar maanden van hongeren en overmatig bewegen, kon ik dit niet meer volhouden. Ik begon te lijden aan het hebben van eetbuien. Ik hongerde mij gedurende de dag uit en 's avonds kwamen vaak de eetbuien. Meestal bleef het er niet bij één. Ik at zo veel totdat het pijn deed in mijn buik en ik bijna moest overgeven. Ik kon er niet mee stoppen. Dat zorgde ervoor dat ik mij machteloos voelde, maar aan de andere kant gaf het overeten mij een gevoel van controle. Ik maakte zelf de keus al dat eten mijn lichaam in te proppen. Ik at mijzelf misselijk om zo mijn emoties te onderdrukken en mijn lichaam te straffen. Ik at grote hoeveelheden voeding, zowel gezond als ongezond. Zo kon ik tien dik belegde boterhammen achter elkaar naar binnen werken, of vijf bananen, of een komkommer en 4 wortels en een halve bak tomaten. Maar ik kon mij ook verliezen in het eten van bijvoorbeeld verschillende plakken chocolade, pakken koekjes, of een bak ijs van een halve liter. Vaak ging ik ook in mijn eentje naar de supermarkt om ongezonde snacks te kopen en dit verstopte ik in mijn kamer. De lege verpakkingen gooide ik buiten weg, of op andere plekken waar mijn ouders de verpakkingen niet konden ontdekken. Door het stiekeme eten voelde ik mij ontzettend schuldig. In deze fase van mijn eetgestoorde gedrag overat ik mijzelf zeker vier keer per week minstens twee á drie keer per dag. Elke keer zei ik weer tegen mijzelf in gedachten: "Vandaag is toch al verpest, we gaan morgen weer stoppen met eten." En "Volgende week maandag begint een nieuwe week, dan zal ik weer stoppen met eten." Maar op elke 'morgen' vond ik wel weer een excuus om niet te gaan hongeren. De eetbuien namen toe ten opzichte van de compensatiemomenten, dus ik kwam steeds meer aan. Door het aankomen in gewicht walgde ik van mijn lichaam, maar aan de ander kant gaf het mij een veilig gevoel. De gedachte dat geen enkele man mij ongewenst zou willen aanraken door mijn forse lichaam, stelde mij gerust.
Fase 3 van mijn eetstoornis
Na jaren alléén met mijn eetproblemen te hebben rondgelopen, werd ik begin 2018 onderzocht op het hebben van een eetstoornis. Tijdens het onderzoek ging ik in gesprek met een psycholoog en werden mij allerlei vragen gesteld aan de hand van een vragenlijst. Er werd gevraagd of ik leed aan een vertekend zelfbeeld, het hebben van eetbuien, perioden van hongeren/compenseren, overmatig bewegen, braken, het missen van controle en ga zo maar door. Op de meeste vragen reageerde ik met een 'ja'. Mijn psycholoog ging dieper op mijn antwoord in om te onderzoeken hoe het kenmerk zich bij mij uitte. De uitslag van het onderzoek was al snel bekend. Ik leed aan boulimia. Ik was destijds overdonderd en keek mijn psycholoog vol ongeloof aan. Ik werd voor het eerst serieus genomen en mijn probleem kreeg een naam. Ik voelde mij erg verdrietig, ik moest het laten bezinken dat ik leed aan een eetstoornis en dit moest leren accepteren. Raar genoeg had ik maar korte tijd moeite met mijn nieuwe diagnose, omdat mijn jarenlange strijd met eten eindelijk gezien werd. Dat mijn eetprobleem een naampje kreeg vond ik uiteindelijk een opluchting. Doordat mijn probleem gezien werd, kon ik binnen de hulpverlening ook aan dit probleem werken. De diagnose gaf mij in die zin ook rust en houvast.
Het heden
Gelukkig kan ik mij tegenwoordig vrij goed aan een genormaliseerd eetpatroon houden. Ik eet drie keer per dag, ik eet normale porties en kies gezonde tussendoortjes. Helaas heb ik nog steeds wel eens last van eetbuien en perioden van het compenseren hiervan. Het kritische, eetgestoorde stemmetje is nog steeds niet uit mijn hoofd en zal dat denk ik ook nooit gaan. Het is belangrijk om aandacht te schenken aan eetproblematiek. Er lopen te veel mensen alléén rond met hun strijd met het eten. Je hoeft er niet alleen mee te lopen. Je kan erover praten en hierdoor (h)erkenning vinden. En het belangrijkste is dat je ook hulp kan ontvangen om je eetstoornis de baas te blijven!