Opgenomen in een crisiskliniek
Vandaag las ik het boek 'Autisteneiland' (Alianna Dijkstra) waarin zij beschrijft hoe het is om opgenomen te worden in Nederlands eerste autismekliniek voor volwassenen, Lorna Wing in Deventer. Ze schreef over hoe ze haar dagen in de kliniek beleefde. Het deed mij sterk terugdenken aan mijn eigen dagen dat ik opgenomen zat in de crisiskliniek in Zwolle. In de tijd dat ik opgenomen zat, hield ik een dagboek bij waarin ik mijn dagen in de kliniek omschreef. Schrijven werkte helend voor mij en was belangrijk in mijn verwerkingsproces.
Een dag uit mijn dagboek
Gisteravond
ben ik gaan schrijven in dit dagboekje en heb ik muziek geluisterd. Ik luister
none-stop naar het nummer 'All the kings' van Editors. Ik merk dat muziek
luisteren mij helpt om mijn gedachten te structureren en mijn emoties te uiten.
Ook schrijven helpt mij hierin. Mijn kamer is leeg, overzichtelijk en door
mijzelf een beetje volijker aangekleed. Er staat een bed en een kledingkast,
maar het belangrijkste is dat ik mijn eigen tafeltje heb met daaraan een stoel.
Daar kan ik mijn belevingen en gedachten van mij afschrijven. Ik heb de kamer
aangekleed met foto's, kaartjes en mijn moeders zelf gehaakte vlaggetjes
zwieren vrolijk door de lucht. Je moet er ten slotte zelf ook maar het beste
van maken. Mijn kamer is echt mijn veilige plekje waar ik goed tot rust kan
komen, mij even in mijzelf kan keren en mij kan afsluiten van de voor mij op dit
moment enge buitenwereld. Gisteravond miste ik mijn vriend en ouders heel erg.
Ik ben maar vroeg gaan slapen. Helaas heb ik wel weer last van nachtmerries
gehad. Vanochtend had ik eerst koffie gedronken met een verpleegkundige en daarna
was het tijd voor mijn eerste sigaretje. Om 08:30 uur zaten we met z'n zevenen aan
het ontbijt; ik, vijf kliniekgenootjes en (zoals bij elke maaltijd) een
verpleegkundige. Ik voel mij altijd bekeken en geobserveerd tijdens het eten,
maar het hoort er nou eenmaal bij dat we met z'n zevenen aan tafel zitten. Na
het ontbijt was het tijd voor één van mijn twee corveetaken van de dag. Ik ging
met mijn kliniekmaatje afwassen. Na het afwassen was het tijd om wat voor
mijzelf te doen. Ik ging wat schilderen om de tijd in te vullen tot het
gemeenschappelijke thee- en koffiemoment. Om 10:30 uur was het tijd voor het
verplichte momentje samen. Ik kon niet wachten tot iedereen z'n thee of koffie
op had, want om 11:00 uur gingen we wandelen! Het is een frisse, maar zonnige
dag en je kan nog steeds naar buiten zonder jas. Ik vind het heerlijk om even
buiten te kunnen zijn. Het is alleen jammer dat ik alléén onder begeleiding
naar buiten mag en ik altijd met mede-kliniekbewoners naar buiten moet. 's
Middags aten we weer met z'n allen warm eten. Dat is voor mij nog even wennen,
want ik ben thuis gewend om 's avonds warm te eten. Ik vind het lief dat ze
voor ons het eten maken, maar het eten was dit keer niet lekker. De rijst was
plakkerig en de erwten waren doorgekookt. Maar ik mag niet klagen, speciaal
voor mij houden ze rekening met mijn vegetarische dieet. Aan de tafel was het
dit keer 'awkward' en dat is nog zacht uitgedrukt. Het was helemaal stil en je
hoorde iedereen op zijn eten kauwen. Er werd niks gezegd en iedereen keek
elkaar af en toe wat ongemakkelijk aan.

De kliniekgenootjes
Er loopt
hier een wat onzekere en warrige man, die weinig zegt. Hij vraagt wel altijd
vriendelijk hoe het met mij gaat. Helaas gaat een gesprek voeren moeizaam,
omdat hij geen antwoord teruggeeft als ik hem een vraag stel. Dan is er Daan,
die de hele dag deuntjes neuriet en met zijn armen zwaait, maar helaas soms ook
een beetje bozig kan zijn. Er is ook een wat oudere, vriendelijke dame. Ze vond
het zo leuk dat ik als meisje in de groep met voornamelijk mannen kwam. Ik voer
de leukste en meer intieme gesprekken met haar. Dan is er de stille jongen, die
altijd bijna stampvoetend door de gangen van de kliniek loopt en daarbij
hoorbaar en zwaar ademhaalt. Als laatst is er een forse, jolige man die de
leukste grappen maakt en urenlang mandela's voor volwassenen kan kleuren. Met
hun zit ik de komende tijd in de kliniek. Ik kan het met ieder individu wel
goed vinden, ook al moest ik wel erg aan ze wennen in het begin. De sfeer is
meestal best goed en inmiddels zijn we op elkaar ingespeeld. We weten wat we van
elkaar kunnen verwachten en iedereen heeft zijn eigen taakjes gedurende de dag.
Toch ben ik blij als het middag is. 's Middags mocht mijn vriend even
langskomen en hebben we samen in het natuurgebied gelopen dat naast de kliniek
ligt. Het wandelen was heerlijk, even de vrijheid in en naar buiten zónder
begeleider. Soms ben ik de felle lampen en de typische kliniekgeur namelijk
behoorlijk zat. Ik vond het moeilijk om afscheid te nemen van mijn vriend, maar
het was weer zover. Het was namelijk tijd voor het tweede vaste thee- en
koffiemoment van de dag. Toen ik binnenkwam zat Daan samen met een
verpleegkundige in de gemeenschappelijke woonkamer. Hij had zijn bozige bui en
de sfeer voelde zwaar beladen aan. De slechte nacht met nachtmerries en de
gespannen sfeer, zorgde ervoor dat ik mij paniekerig begon te voelen. De
verpleegkundige zag dit aan mij en vroeg of ik een gesprekje met haar wilde
hebben. Ik had het niet zo op de gesprekjes, maar besloot haar aanbod te
accepteren. Ik heb haar uitgelegd wat er zich in mijn binnenwereld afspeelde. We
besloten dat het verstandig was dat ik mijn noodmedicatie zou nemen om rustig
te worden en even op bed zou gaan liggen. Ik heb mijn vriend geappt dat het
niet zo goed ging. Daarna ben ik met mijn 'Beanie Boo' knuffel in bed gaan
liggen. Het is een knuffel in de vorm van een tijger, die ik van mijn beste
vriendin heb gekregen om mij te steunen in moeilijke tijden. Ik deed een album
van Editors aan op mijn mobiel en viel in slaap.
Mijn 'kliniekfamilie'
Ik werd pas
om 17:10 uur wakker, vijf minuten voordat het tijd was voor de avondmaaltijd.
Dit keer zaten we met z'n allen rond de tafel om een broodmaaltijd te nuttigen.
Gelukkig ging het wat beter met Daan en was de sfeer aan tafel gemoedelijker.
Het was zelfs best gezellig, want Daan maakte de leukste grappen. Ik noem het
typische 'kliniekgrappen', die je alleen maar kan snappen als je zelf in een
kliniek hebt gezeten. Ja, het is niet alléén maar zwaar en ellendig in de
kliniek. Ik merkte steeds meer dat ik mij begon te binden aan dit stel mensen,
wat ik van te voren nooit had kunnen bedenken. De eerste dag in de kliniek
dacht ik: wat doe ik hier?! Wat moet ik met die neuriënde, flapperende Daan? En
hoe moet ik mij een houding geven in de diepe gesprekken met de vriendelijke,
oudere dame. Maar steeds meer werd dit mijn 'kliniekfamilie' en sloot ik ze in
mijn hart. Mijn kliniekfamilie houdt mij een spiegel voor, maar ook steunen we
elkaar in onze weg naar herstel. Zonder hen zou ik het niet volhouden hier.
Waar ik eerst oordeelde dat ik 'hier niet hoorde', besef ik mij nu dat we
allemaal maar mensen zijn. Mensen met psychische kwetsbaarheden, maar echt niet
anders dan de mensen in de buitenwereld. Het is net een mini-maatschappij in de
kliniek, alleen dan met méér structuur en verplegers die rondlopen als stok
achter de deur, die een helpende hand kunnen bieden. Na het eten was ik nog
steeds moe en viel ik in mijn kamertje in slaap. Inmiddels was het al bezoekuur
en gelukkig betekende dat, dat ik mijn vriend en ouders weer kon zien. Ze troffen
mij slapend in mijn kamer aan en zijn op het balkon, dat grenst aan de
gemeenschappelijke woonkamer, gaan roken. Ik werd wakker omdat ik moest plassen
en tot mijn verrassing zag ik allerlei lekkers op mijn bureautje staan. Dat
maakte mij blij, maar het maakte mij nog blijer dat dit betekende dat mijn
vriend en ouders er dus waren. Snel deed ik mijn schoenen aan en pakte ik mijn
jasje en stoof naar het balkon. Daar stonden ze: de meest belangrijke mensen in
mijn leven, mijn steun en toeverlaat. Van mijn ouders kreeg ik een heel lief
kaartje, om mij te steunen. We praatten, hadden diepe gesprekken maar konden
ook nog lachen gelukkig. Ik vond het zo fijn om ze te zien! Na het bezoekuur
ging ik om 21:00 uur nog mee met de dagelijkse avondwandeling. Ik had een goed
gesprek met een ander kliniekgenootje en het was fijn om de avondlucht in te
kunnen ademen. Het was een korte wandeling van ongeveer een kwartiertje, maar
net genoeg om rust te krijgen in mijn hoofd. Ik voelde dat ik moe was. Nu ben
ik even aan het schrijven, maar ik ga zo snel naar bed. Morgen weer een dag in
de kliniek! En ergens ben ik blij dat ik in deze kliniek zit. Ik heb baat bij
de structuur, ik zit hier met hele lieve en unieke mensen (allemaal met hun
eigen verhaal), ik kom hier tot rust en ik begin langzaam mijzelf weer terug te
vinden.